Gentse kermissen.

In de eerste helft van de negentiende eeuw vierde men geen Gentse Feesten maar een hele reeks wijk- of parochiekermissen. Er bestond een waarachtig kermisseizoen dat in volle zomer (14 juli) begon en zo maar eventjes drieënhalve maanden besloeg, met acht kermissen gespreid over die periode. Blijkbaar slaagden sommige feestneuzen erin van de ene kermis naar de andere te trekken en dat zo lang uit te houden.

Stadslandbouw in Gent: het Sint-Baafsdorp in de late middeleeuwen

Hedendaagse initiatieven van sociale economie, zoals het groenten kweken in stadstuintjes, het houden van varkens op een stuk verloren ruimte, het rechtstreeks kopen van producten van boeren uit de buurt, het beoefenen van lokale en kleinschalige landbouw

Hoe Engelse toeristen Gent voorgeschoteld kregen in de jaren 1800.

De kijk van de Engelse wereld op Gent uit het midden van de 19de eeuw is interessant. Hoe zagen zij onze stad ... of misschien correcter: hoe werd die hen voorgeschoteld? Hun visie is uiteraard Engels gekleurd. Zo bevat dit boek van een 200 bladzijden een beschrijving van de slag bij Waterloo gespreid over zo maar eventjes 29 pagina’s. Sommige verwijzingen naar Engelse geschiedenis zullen onmiddellijk begrepen worden door de Engelse reiziger, terwijl ze ons niets zeggen. Verder is er beperkte aandacht voor amusement. Louter voor praktisch gebruik worden enkele hotels en restaurants vermeld. Er isnog (net) geen sprake van de dierentuin aan de Muinkmeersen (1851-1903). De beschrijving van een Gent zonder aandacht voor de Graslei, lijkt ons eigenaardig; maar we moeten daarbij bedenken dat de tekst opgemaakt werd lang voor de verwezenlijkingen van Gustave Cloquet (Sint Michiels brug, Postgebouw).

Herinneringen aan een gelukkige jeugd

Roger Van Bockstaele, alom bekend in Gent en ver daar buiten als deken van het Patershol, roept ons een beeld op van een kinderleven in de jaren tussen de twee wereldoorlogen. We proberen dat een klein beetje weer te geven hieronder. Maar... weerom, net als bij Lily Castel in een vorig GT nummer, jammer dat we dat in zijn mooie Gents getinte taal niet kunnen laten klinken. Hier en daar smokkelen we er toch enkele Gentse woordjes in, om het verhaal een beetje ‘echter’ te laten ervaren. De audio-opname blijft bewaard in het KBOV archief aan de Kraanlei. Misschien kunnen er binnen x jaren nog wel anderen van profiteren?

Een eeuw Gentse stokers en brouwers aan Apostelhuizen - Koepoortkaai

De voorgeschiedenis van brouwerij Meiresonne heeft nog een tweede luik, dat we hier willen beschrijven. Waar zich nu de nummers 97 en 99 van hetzelfde complex bevinden, begon Joannes Spilthoom in 1831 een jeneverstokerij. Enkele jaren later werd het een stokerij - brouwerij en nog later bleef alleen de brouwerij over. Die kende haar eigen, soms bewogen geschiedenis, tot het eind van de jaren twintig van de vorige eeuw. In 1929 verkocht de laatste eigenaar ze aan Aimé Meiresonne, die daarmee in tien jaar tijd twee Gentse brouwerijen verwierf.

Koeien in de stad

Probeer je het in te beelden... met de beste wil van de wereld slagen we er niet in de Koestraat te Gent, in een redelijk chique winkelbuurt, te associëren met ... koeien. Het is een getuige van een landelijk verleden in lang vervlogen eeuwen en lang niet de enige stadsstraat of stadsplein die een rustieke naam draagt. In deze bijdrage gaan we iets dieper in op enkele plaatsnamen die met rundvee houden en met vee drijven te maken hebben.

Luxueuze boeken en devotievoorwerpen in een rijk Gents koopmanshuis

In het huis ‘Den Osse en den Esele’ van de familie van Leyns - van Westvoorde bleken in 1398 iets vrij uitzonderlijks aanwezig: zes of zeven boeken (of boekjes). Ze waren allen religieus van aard en minstens drie ervan waren in het Vlaams gesteld. Uit de korte omschrijvingen en uit de context blijkt dat het vooral luxevoorwerpen waren.