Keelpijnanamnese keelpijn laboratoriumonderzoek lichamelijk onderzoek tonsillitis

2002 ◽  
Vol 45 (13) ◽  
pp. 33-38
Author(s):  
Sjoerd Zwart ◽  
Carien Dagnelie
2009 ◽  
pp. 53-61
Author(s):  
E.P. Veening ◽  
R.O.B. Gans ◽  
J.B.M. Kuks

2015 ◽  
pp. 9-19
Author(s):  
A.J. Kooter

Author(s):  
J. W. M. van der Meer ◽  
C. T. Postma ◽  
D. E. Blockmans ◽  
S. E. J. A. de Rooij

2004 ◽  
pp. 36-54
Author(s):  
G. Choi ◽  
J. G. M. Tinnemans ◽  
S. A. Danner

2013 ◽  
pp. 25-46
Author(s):  
W.J. Wiersinga ◽  
B. Schimmer ◽  
M. Levi

Author(s):  
Olaf. P. J. Vrooman ◽  
Michael R. van Balken

Samenvatting Wanneer patiënten worden verwezen met flankpijn, zet de uroloog meestal laboratorium- en beeldvormend onderzoek in om pathologie aan de nieren en urinewegen aan te tonen of uit te sluiten. Bij een subgroep van patiënten kan geen afwijking worden aangetoond, wat in sommige gevallen leidt tot overmatige diagnostiek. Veelal is er weinig aandacht geweest voor een op de pijn gerichte anamnese en lichamelijk onderzoek. Aan de hand van twee ziektegeschiedenissen en literatuur willen we een ‘nieuwe’ diagnose van flankpijn onder de aandacht brengen.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document