Tijdschrift voor Urologie
Latest Publications


TOTAL DOCUMENTS

708
(FIVE YEARS 101)

H-INDEX

3
(FIVE YEARS 2)

Published By Springer-Verlag

2211-4718, 2211-3037

Author(s):  
J. J. E. van Wijk-van Buuren ◽  
C. V. M. Vahedi Nikbakht-van de Sande ◽  
Margreet C. Kerkmeer ◽  
A. C. M. van de Luijtgaarden
Keyword(s):  

SamenvattingIn het Reinier de Graaf Gasthuis maken mannen die androgeendeprivatietherapie krijgen vanwege prostaatkanker nauwelijks gebruik van behandelingen ter preventie van gynaecomastie en mastodynie. In een vragenlijstonderzoek is het optreden van gynaecomastie en mastodynie onderzocht, de impact ervan op kwaliteit van leven, de informatieverstrekking erover en redenen om geen preventieve behandelingen te gebruiken. Van de 100 deelnemers (respons 64,1%) ontwikkelde 37,1% gynaecomastie en 13,4% mastodynie. Op vijf na waren alle mannen geinformeerd over deze bijwerkingen. Reden om preventieve behandeling af te wijzen was de vrees voor meer bijwerkingen. Het hebben van bijwerkingen was niet gerelateerd aan de keuze voor een preventieve behandeling (84%). Alle ondervraagden waren goed op de hoogte van de mogelijke bijwerkingen, maar niet van de mogelijke preventieve maatregelen hiertegen. Het vooruitzicht van het krijgen van gynaecomastie en mastodynie lijkt erger dan het hébben van deze bijwerkingen.


Author(s):  
Antal P. Oldenhof ◽  
Evelyne C. C. Cauberg ◽  
Erwin de Boer
Keyword(s):  

SamenvattingIn dit case report beschrijven wij een 36-jarige man, die zich op de Spoedeisende Hulp presenteerde met pijn in de rechterflank en rechter testis, die bleek te berusten op een segmenteel infarct van de rechter testis. Een segmenteel testisinfarct is een zeldzame oorzaak van acute scrotale pijn en is echografisch lastig te onderscheiden van een testistumor. De oorzaak is vaak idiopathisch. Predisponerende factoren zijn onder andere infectie, trauma en hematologische ziekten, zoals polycytemie. De behandeling is conservatief met pijnstillers, de pijn verdwijnt vaak spontaan.


Author(s):  
Ruud J. G. Mathijssen ◽  
Jelle J. G. Nijs ◽  
Kathleen W. M. D’Hauwers ◽  
Rik de Jongh
Keyword(s):  

SamenvattingDit case report beschrijft een 32-jarige man met kiemcelneoplasie in situ (GCNIS) na partiële orchidectomie en contralaterale orchidectomie in verband met een gemengde kiemceltumor. De behandeling van GCNIS kan bestaan uit radiotherapie, orchidectomie of surveillance. Bij het kiezen van de therapie is het belangrijk om rekening te houden met een mogelijke kinderwens, de hormonale status, het risico op het ontwikkelen van (recidief) zaadbalkanker en de voor- en nadelen van iedere behandeling. Deze casus laat zien dat surveillance beleid omwille van een actieve kinderwens op korte termijn veilig kan zijn. Retrospectief is bij verdenking op bilaterale zaadbalkanker overleg met een academisch testisexpertisecentrum en cryosemenpreservatie bij een aanwezige kinderwens te adviseren alvorens te starten met behandeling.


Author(s):  
Anna M. Zeelenberg ◽  
Nora Hendriks ◽  
Barbara M. A. Schout ◽  
Joost A. van der Spruit
Keyword(s):  

SamenvattingDe behandeling van eerste keuze voor vesicale stenen is de transurethrale cystolithotripsie (TUCL). Door de COVID-19-pandemie kampen ziekenhuizen echter met lange wachttijden voor – onder meer – deze operaties. Daarnaast komen sommige patiënten niet in aanmerking voor een operatie door hun comorbiditeit. In de jaren negentig van de vorige eeuw was extracorporele shockwave lithotripsie (ESWL) een veel gebruikte, veilige behandelmethode voor blaasstenen. Toen TUCL effectiever bleek, is ESWL voor blaasstenen echter in de vergetelheid geraakt. ESWL is poliklinisch uit te voeren, waardoor wachttijden korter zijn dan die voor operatieve ingrepen. Gedurende de COVID-19-pandemie hebben we enkele patiënten met blaasstenen behandeld met ESWL. We concluderen dat ESWL een geschikt alternatief is voor de TUCL bij geselecteerde patiënten, maar dat voor een effectieve behandeling meerdere ESWL-procedures nodig zijn.


Author(s):  
Roderick C. N. van den Bergh ◽  
Daan J. Reesink ◽  
Lieke Wever ◽  
Timo F. W. Soeterik ◽  
Sandrine van Selm ◽  
...  
Keyword(s):  
Mri Scan ◽  

SamenvattingDe MRI-scan van de prostaat heeft de bioptstrategie sterk beïnvloed. Toch kunnen bij een normale MRI biopten geïndiceerd blijven: zowel gerichte als systematische. In deze studie werd geanalyseerd welke prostaattumoren gemist zouden worden in de hypothetische situatie dat er geen systematische biopten genomen waren in ons cohort, en dat de MRI volledig leidend zou zijn geweest in het diagnostisch pad. Als referentie dienden de uitkomsten van het standaardprotocol, waarin alle verwezen patiënten (n = 496) een MRI krijgen, er bij een verhoogde kans op prostaatkanker volgens de ERSPC-prostaatwijzer óf afwijkende MRI biopten worden genomen, en er altijd systematische, plusgerichte biopten worden verricht, indien mogelijk. Uit de analyse bleek dat 16 % van de tumoren met een ISUP-graad ≥2 (≥3 + 4 = 7) gemist zou zijn, maar ook dat slechts 66 % van de patiënten gebiopteerd zou hoeven worden, met 50–75 % minder cores, en dat 52 % van de ISUP-gr 1 (3 + 3 = 6)-tumoren ongedetecteerd zouden blijven.


Author(s):  
Siberyn T. Nuijens ◽  
L. Exterkate ◽  
Siebren Dijkstra ◽  
Max Peters ◽  
Diederik M. Somford ◽  
...  

SamenvattingHet doel van deze studie was de oncologische en functionele uitkomsten van salvage cryochirurgie (sCC) te beoordelen bij lokaal recidief prostaatcarcinoom na radiotherapie (rrPCA). De studie werd uitgevoerd bij 169 patiënten. Er vond retrospectieve analyse plaats van recidiefvrije overleving (BRFS), algehele overleving, metastasevrije overleving, androgeendeprivatietherapie (ADT)-vrije overleving, functionele uitkomsten en complicaties. De mediane follow-up was 36 maanden (IQR = 18–66). BRFS na vijf en acht jaar was 52% (95%-BI = 43–62) en 45% (95%-BI = 35–57), respectievelijk. PSA bij initiële diagnose, de initiële behandeling, het interval tussen de primaire behandeling en SCS, leeftijd bij SCS en post-SCS PSA-nadir waren significante voorspellers van BRFS. De vijf-jaars ADT-vrije overleving was 70% (95%-BI = 62–79). Complicaties van graad III of hoger traden op bij 1,2% van de patiënten. Bij 19% en 92% van de patiënten trad new onset urine-incontinentie respectievelijk erectiele disfunctie op, bij 6,5% persisterende urinaire fistels en bij 12% desobstructie. SCS heeft aanvaardbare oncologische resultaten, maar kan gepaard gaan met ernstige complicaties (urine-incontinentie, stenose en fistels).


2021 ◽  
Vol 11 (6-7) ◽  
pp. 102-110
Author(s):  
Sophie A. Berendsen ◽  
Rosa L. Coolen ◽  
Tess van Doorn ◽  
Bertil F. M. Blok

SamenvattingDit artikel geeft een overzicht van blaaskatheterisatie in Nederland tussen 1997 en 2018. Voor het maken van het overzicht is gebruikgemaakt van een databank met declaratie-informatie over extramurale hulpmiddelenzorg onder de verzekerde bevolking. Het aantal gebruikers wordt weergegeven per 100.000 personen. Het gebruik van verblijfskatheters is toegenomen van 159 (24.734 gebruikers) in 1997 naar 315 gebruikers per 100.000 personen (54.106 gebruikers) in 2018. Het gebruik van wegwerpkatheters verdrievoudigde van 92 (14.258 gebruikers) in 1997 naar 267 per 100.000 personen (45.909 gebruikers) in 2018. In 2018 had 20,7 % van de gebruikers een neurogeen en 44,9 % een niet-neurogeen onderliggend lijden. De totale kosten stegen van 27,7 naar 84,4 miljoen euro. De kosten voor intermitterende katheterisatie stegen het meest: van 16,4 naar 74,6 miljoen euro. Uit dit onderzoek blijkt dat in de afgelopen 21 jaar het gebruik van verblijfskatheters en wegwerpkatheters substantieel is toegenomen. Mogelijk komt dit door de stijging van incontinentiezorg bij ouderen en dat aan richtlijnen is toegevoegd dat intermitterende katheterisatie de voorkeur heeft boven een verblijfskatheter.


2021 ◽  
Vol 11 (6-7) ◽  
pp. 121-129
Author(s):  
John P. F. A. Heesakkers ◽  
J.-P. Roovers ◽  
Steven E. Schraffordt Koops

AbstractThe introduction of the tensionfree vaginal tape in 1995 drastically changed the landscape of surgical procedures for stress urinary incontinence (SUI). Because of the uncomplicated technique many urologists and gynecologists embraced the procedure with tripled the number of annual procedures in the beginning of this century. At the same time polypropylene was used for the development of surgical procedures of pelvic organ prolapse (POP). Especially the use of polypropylene for POP has caused many severe clinical complications. This caused a huge reduction of these kind of surgical procedures and it is performed nowadays only under strict conditions. At the same time the use of polypropylene for SUI was scrutinized and questioned. Nowadays, in the Ango-Saxon countries the use of polypropylene tapes for SUI is not recommended. This manuscript explores the role of polypropylene tapes for SUI. Questions that are dealt with are: How dangerous are polypropylene tapes anyway? What are the alternatives? Which factors contribute to a successful outcome of stress incontinence surgery?


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document