zijn geweest
Recently Published Documents


TOTAL DOCUMENTS

27
(FIVE YEARS 7)

H-INDEX

1
(FIVE YEARS 1)

Author(s):  
Roderick C. N. van den Bergh ◽  
Daan J. Reesink ◽  
Lieke Wever ◽  
Timo F. W. Soeterik ◽  
Sandrine van Selm ◽  
...  
Keyword(s):  
Mri Scan ◽  

SamenvattingDe MRI-scan van de prostaat heeft de bioptstrategie sterk beïnvloed. Toch kunnen bij een normale MRI biopten geïndiceerd blijven: zowel gerichte als systematische. In deze studie werd geanalyseerd welke prostaattumoren gemist zouden worden in de hypothetische situatie dat er geen systematische biopten genomen waren in ons cohort, en dat de MRI volledig leidend zou zijn geweest in het diagnostisch pad. Als referentie dienden de uitkomsten van het standaardprotocol, waarin alle verwezen patiënten (n = 496) een MRI krijgen, er bij een verhoogde kans op prostaatkanker volgens de ERSPC-prostaatwijzer óf afwijkende MRI biopten worden genomen, en er altijd systematische, plusgerichte biopten worden verricht, indien mogelijk. Uit de analyse bleek dat 16 % van de tumoren met een ISUP-graad ≥2 (≥3 + 4 = 7) gemist zou zijn, maar ook dat slechts 66 % van de patiënten gebiopteerd zou hoeven worden, met 50–75 % minder cores, en dat 52 % van de ISUP-gr 1 (3 + 3 = 6)-tumoren ongedetecteerd zouden blijven.


2021 ◽  
Vol 59 (1) ◽  
pp. 71-88
Author(s):  
Vanessa Sant’Anna Bonifacio Tavares

It is well-recorded that nuclear attacks happened twice in history, in Hiroshima and Nagasaki, but it is often overlooked that nuclear explosions were more frequent, with over 2,000 tests taking place in more than 60 locations worldwide. These special circumstances prompted the General Assembly to adopt a comprehensive ban treaty (CTBT) in 1996, which has yet to enter into force. Borrowing from Kelman’s social conformity theory, this article explains how and why states chose to conform to a non-binding agreement. It argues that, as interested parties developed an anti-testing narrative that seemed simultaneously hopeful and realistic, they stabilized actor’s reaction and catalyzed a shift in attitudes towards nuclear testing from forbearance to an authoritative global moratorium, which accounts for the complete eradication of the atmospheric experiments. C’est un fait bien établi que l’histoire a connu deux attaques nucléaires, à Hiroshima et Nagasaki. Ce que l’on sait moins, c’est que les explosions nucléaires étaient bien plus fréquentes, avec plus de 2 000 tests effectués sur une soixantaine de sites de par le monde. Ces circonstances particulières ont poussé l’Assemblée générale des Nations unies à adopter, en 1996, un traité d’interdiction complète des essais nucléaires (TICE), qui n’est pas encore entré en vigueur. S’inspirant de la théorie du conformisme social de Kelman, cet article explique comment et pourquoi des États ont choisi de respecter un accord non contraignant. Il avance que, à mesure que les parties intéressées développaient un discours anti-essais nucléaires qui paraissait à la fois réaliste et porteur d’espoir, elles ont stabilisé les réactions des acteurs et déclenché un changement des mentalités à l’égard des essais nucléaires, passant de l’indulgence à un moratoire général faisant autorité, ce qui explique la disparition complète des essais atmosphériques. Het is algemeen bekend dat er in de geschiedenis twee kernaanvallen zijn geweest, in Hiroshima en Nagasaki, maar vaak wordt over het hoofd gezien dat er nog andere kernexplosies hebben plaatsgevonden, met ruim 2000 proeven op meer dan 60 locaties over de hele wereld. Deze bijzondere omstandigheden hebben de Algemene Vergadering ertoe aangezet om in 1996 een alomvattend verbodsverdrag (CTBT) goed te keuren, dat nog steeds niet in werking is getreden. Aan de hand van de sociale-conformiteitstheorie van Kelman wordt in dit artikel uitgelegd hoe en waarom staten ervoor kiezen zich te conformeren aan een niet-bindende overeenkomst. Het betoogt dat, naarmate de betrokken partijen een narratief tegen kernproeven ontwikkelden dat tegelijk hoopvol en realistisch leek, zij de reactie van de actoren stabiliseerden en als katalysator werkten voor de verschuiving in de houding ten opzichte van kernproeven van gedoging naar een wereldwijd officieel moratorium, wat de volledige uitroeiing van de atmosferische experimenten verklaart. Está bien documentado que los ataques nucleares han sucedido dos veces en la historia, en Hiroshima y Nagasaki, pero en ocasiones pasa desapercibido que las explosiones nucleares han sido más frecuentes, con más de 2.000 ensayos llevándose a cabo en más de 60 emplazamientos a escala mundial. Estas circunstancias especiales llevaron a la Asamblea General a adoptar el tratado de prohibición completa (TPCEN) en 1996, el cual aun no ha entrado en vigor. Basándose en la teoría de la conformidad social de Kelman, este artículo explica cómo y porqué los Estados eligieron conformarse con un acuerdo no vinculante. Se argumenta que a medida que las partes interesadas desarrollaron una narrativa anti-ensayo que parecía esperanzadora y realista a la vez, ello mismo llevó a apaciguar la posible reacción de los actores y a catalizar un cambio en relación a los ensayos nucleares que fuera de la tolerancia a una moratoria global fidedigna, lo cual equivale a una completa erradicación de los experimentos atmosféricos. É ben noto che nella storia siano avvenuti due attacchi nucleari, a Hiroshima e Nagasaki, ma è spesso trascurato che le esplosioni nucleari siano state molto più frequenti, con oltre 2000 test che hanno avuto luogo in più di 60 sedi nel mondo. Queste circostanze speciali hanno indotto l'Assemblea generale nel 1996, ad adottare un trattato di messa al bando globale (CTBT), che deve ancora entrare in vigore. Prendendo spunto dalla teoria della conformità sociale di Kelman, questo articolo spiega come e perché gli Stati hanno scelto di conformarsi a un accordo non vincolante. Sostiene che, dato che le parti interessate hanno sviluppato una narrativa anti-test che sembrava allo stesso tempo speranzosa e realistica, esse hanno stabilizzato la reazione degli attori e catalizzato un cambiamento negli atteggiamenti nei confronti dei test nucleari dalla tolleranza a un'autorevole moratoria globale, che spiega la completa eliminazione degli esperimenti atmosferici. Es ist bekannt, dass es in der Geschichte zweimal zu nuklearen Angriffen kam, in Hiroshima und Nagasaki. Es wird aber oft übersehen, dass es häufiger nukleare Explosionen gegeben hat, mit über 2.000 Tests an mehr als 60 Orten weltweit. Diese besonderen Umstände veranlassten die Generalversammlung 1996 zur Verabschiedung eines umfassenden Verbotsvertrags (CTBT), der noch nicht in Kraft getreten ist. In Anlehnung an die soziale Konformitätstheorie von Kelman erklärt dieser Artikel, wie und warum Staaten sich dafür entschieden haben, sich einem unverbindlichen Abkommen zu fügen. Er argumentiert, dass je nachdem die beteiligten Parteien ein Anti-Test-Narrativ entwickelten, das gleichzeitig hoffnungsvoll und realistisch erschien, diese die Reaktion der Akteure stabilisierten und eine Verschiebung in der Haltung gegenüber Atomtests von der Duldung zu einem autoritativen globalen Moratorium herbeiführten, was die vollständige Abschaffung der atmosphärischen Experimente erklärt.


Forum+ ◽  
2021 ◽  
Vol 28 (2) ◽  
pp. 68-71
Author(s):  
Rebekka de Wit
Keyword(s):  

Op 8 december 2019 verdedigde Lucas Vandervost, acteur, regisseur, docent en medeoprichter van theatergezelschap De Tijd, zijn doctoraat in de kunsten. (De dag klonk overigens niet als een verdediging. Er waren heel veel mensen, veel muziek en veel lasagne. De dag klonk eerder als een bruiloft, maar dat zal vooral voor het publiek zo zijn geweest). Freek Vielen en ikzelf mochten het eerste exemplaar van zijn doctoraat met de titel De hiel van Kuifje in ontvangst nemen. In wat volgt zult u de woorden lezen die ik uitsprak bij die gelegenheid. De bladspiegel en het gebrek aan interpunctie lijken te suggereren dat het een gedicht is, maar het is opgeschreven om te kunnen voorlezen. Er zijn dingen die aan u voorbij zullen gaan als u er niet bij was en als u Lucas niet kent. Het is de hoop dat mijn achting voor Lucas en mijn achting voor zijn taal – die mij hielp om te gaan met vrijwel alles – enigszins spreekt uit deze speech.


2020 ◽  
Vol 10 (S3) ◽  
pp. 1-1
Author(s):  
Peter F.A. Mulders

SamenvattingHet is alsof er niets aan de hand is: het abstractnummer van het Tijdschrift voor Urologie voor de najaarsvergadering 2020 ligt op uw deurmat. Recent heeft de wetenschappelijke commissie van de NVU de abstract selectie vergadering gehad. Digitaal, dat wel. Deze abstracts zijn geselecteerd na individueel scoren en bij discrepantie een ‘levendige’ digitale discussie. Moet wel anders zijn geweest. Maar ze zijn eruit gekomen en hebben een zeer gevarieerd wetenschappelijk programma kunnen samenstellen met de publicatie van de abstracts in dit nummer als hoogtepunt.


2020 ◽  
Vol 33 (1) ◽  
Author(s):  
Veerle Brenninkmeijer

'Never change a winning team' is een gevleugelde uitspraak over succesverhalen. Gedrag & Organisatie staat al sinds 1988 te boek als gerenommeerd Nederlandstalig wetenschappelijk tijdschrift voor de sociale en arbeids- en organisatiepsychologie. Hoewel de redactiesamenstelling in die jaren van tijd tot tijd veranderde, is er steeds sprake geweest van continuïteit en kwaliteit. Ook nu gaat er weer iets veranderen in de samenstelling van het team van mensen achter dit tijdschrift. Na vijf jaar redactievoorzitter te zijn geweest, heeft Reinout de Vries besloten de voorzittershamer aan mij over te dragen. Ook zal er het een en ander veranderen in de secretariële ondersteuning en het stichtingsbestuur van G&O. Wat niet zal veranderen, is het enthousiasme waarmee de redactie zich voor het tijdschrift zal blijven inzetten.


2019 ◽  
Vol 93 (1/2) ◽  
pp. 15-25 ◽  
Author(s):  
Peter Eimers ◽  
Arjan Brouwer ◽  
Henk Langendijk
Keyword(s):  

Na de introductie van de uitgebreide controleverklaring in 2014 hebben wij twee jaar geleden een onderzoek uitgevoerd naar de uitgebreide controleverklaring bij de Nederlandse AEX- en Midkapfondsen over 2015 (Brouwer et al. 2016). Daarin kwamen het aantal en aard van de daarin opgenomen kernpunten aan de orde, alsmede de relatie met de genoemde risico’s in het bestuursverslag en de kritische grondslagen en schattingen zoals verwoord door het bestuur in de toelichting van de jaarrekening. In het huidige vervolgonderzoek hebben wij ons gericht op de ontwikkeling van de kernpunten in de tijd ten opzichte van 2015. De uitgebreide controleverklaring is door stakeholders positief ontvangen, maar zij hebben ook specifieke wensen geuit ten aanzien van de inhoud. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan resultaten, observaties en conclusies per kernpunt, alsook een introductie van kernpunten waarin de accountant uiteenzet waarom kernpunten van voorgaand jaar niet meer als kernpunt worden gezien (VEB 2017; Eumedion 2017). In de tussenliggende periode hebben de ondernemingen daarnaast ontwikkelingen in hun activiteiten, systemen en processen doorgemaakt en ook is er in een aantal gevallen sprake van een accountantswissel als gevolg van de verplichte kantoorroulatie. Daarom hebben wij de 44 fondsen die wij over 2015 hebben onderzocht over 2017 nogmaals de revue laten passeren. Komen dezelfde kernpunten na een paar jaar nog steeds terug? Worden ze anders geformuleerd? Kiest een opvolgend accountant voor andere kernpunten? Hebben accountants gehoor gegeven aan de wensen van stakeholders? Uit ons empirisch onderzoek blijkt dat de (formulering van) kernpunten verder ontwikkeld is en accountants responsief zijn geweest op signalen van beleggers over de informatiewaarde van hun controleverklaringen. Van de onderzochte controleverklaringen heeft 90% inmiddels bijvoorbeeld observaties en conclusies per kernpunt gegeven en wordt uitgelegd waarom kernpunten van vorig boekjaar niet meer van toepassing zijn. Opvallend is dat de belastingpositie als kernpunt fors in frequentie is gedaald tussen 2015 en 2017. Dit geldt ook voor de eerstejaarscontrole. Voor het overige zijn de gekozen kernpunten qua frequentie relatief stabiel tussen 2015 en 2017.


2019 ◽  
Author(s):  
Ester Jiresch

Margaretha Anna Sophia Meyboom werd op 29 juli 1856 in Amsterdam geboren als tweede dochter in een domineesgezin. Haar ouders Angenis Henriette Frederika Tydeman (1828-1898) en Louis Susan Pedro Meyboom (1817-1874) hadden in totaal acht kinderen. De ouderlijke omgeving en vooral haar vader hadden een grote invloed op Meybooms leven en werk. Haar vader legde de basis voor haar twee grote passies, maatschappelijk engagement en interesse in het Noorden. Enerzijds was L.S.P. Meyboom een pionier op het gebied van moderne theologie, anderzijds was hij ook zeer geïnteresseerd in oude, heidense religies en schreef hij onder meer het boek De godsdienst der oude Noormannen1, waaruit hij zijn kinderen voorlas. Dit boek lijkt het beginpunt te zijn geweest voor Margaretha’s literaire interesse. In navolging van haar vader – hij had Deens geleerd door middel van vergelijkende bijbelstudies – begon Margaretha zichzelf op zeventienjarige leeftijd Deens te leren met behulp van een Deense grammatica en andere Scandinavische boeken die ze in de bibliotheek van haar vader had gevonden. De dominee van de Noorse Zeemanskerk hielp haar met de uitspraak.2 Al snel begon Meyboom ook vertalingen te maken van verhalen uit deze boeken, die ze opstuurde naar het dagblad Het Nieuws van den Dag, waar ze als feuilleton werden gepubliceerd. Zo werd de vertaalster geboren. Vermoedelijk is haar eerste gepubliceerde vertaling “Filia maris” van de Deen Johanne Schjørring (1836-1910) in 1880. Meybooms eerste vertalingen verschenen onder het pseudoniem Urda (een van de Noordse godinnen van het lot). Vanaf het moment dat ze hele boeken begon te vertalen – in 1891 als eerste Judas van Tor Hedberg (1862-1931) – publiceerde ze onder haar eigen naam. In totaal heeft Meyboom meer dan vijftig werken van Scandinavische auteurs vertaald. Met uitzondering van de Zweedse Selma Lagerlöf (1858-1940) en Tor Hedberg (1862-1931), waren dit Deense en Noorse auteurs, onder wie de Noren Bjørnstjerne Bjørnson (1832-1910), Henrik Ibsen (1828-1906), Knut Hamsun (1860-1952), Alexander Kielland (1849-1906), Arne Garborg (1851-1924), de Denen Carl Ewald (1856-1908), Adda Ravnkilde (1862-1883), en vele anderen. Ze liet het Nederlandse publiek kennismaken met de moderne literaire en sociale ideeën van Scandinavische schrijvers zoals Ibsen, Bjørnson en Lagerlöf.


2017 ◽  
Vol 91 (11/12) ◽  
pp. 363-375
Author(s):  
Gerard van Santen ◽  
Dick van Offeren ◽  
Laura Dikker
Keyword(s):  

De verwerking van goodwill in de jaarrekening is gewijzigd in de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening uit 2015. Dit is de aanleiding om de goodwillverwerking in jaarrekeningen van Nederlandse ondernemingen in 2016 aan een onderzoek te onderwerpen. Uit het empirisch onderzoek blijkt dat goodwill een relatief omvangrijke post is in de jaarrekening, zowel gerelateerd aan posten van de balans als aan posten van de winst-en-verliesrekening. We hebben vastgesteld dat de afschrijvingstermijn van goodwill varieert van 5 tot 20 jaar en ook dat veelal meer dan één afschrijvingstermijn of een maximale afschrijvingstermijn wordt genoemd. Het zou wenselijk zijn als in de toelichting aanvullende informatie wordt opgenomen over hoe de onderneming tot deze schatting is gekomen. Alle ondernemingen die in 2016 vanwege de wetswijziging een stelselwijziging hebben moeten doorvoeren, hebben ervoor gekozen deze wijziging prospectief vanaf 1 januari 2016 te verwerken. Het voordeel van de praktische eenvoud van deze wijze van verwerking zal naar verwachting veelal leidend zijn geweest.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document