GGZ Vaktijdschrift
Latest Publications


TOTAL DOCUMENTS

15
(FIVE YEARS 10)

H-INDEX

0
(FIVE YEARS 0)

Published By Ggz.Nl

2589-8108

2021 ◽  
Vol 4 (2) ◽  
pp. 37-59
Author(s):  
Renske Mocking ◽  
◽  
Remi Soleman ◽  
Hessel Engelbregt ◽  
◽  
...  

Transmannen zijn geboren met een vrouwelijk lichaam maar identificeren zich gevoelsmatig als man. In de huidige studie werd de invloed van hormoontherapie op het emotioneel welzijn en het cognitief functioneren van transmannen nagegaan. In het onderzoek participeerden 22 transmannen, en een controlegroep van 20 vrouwen en een van 19 mannen. De transmannen ontvingen gedurende 8 weken een voorbehandeling met een GnRH-analoog waarna als basismeting een testbatterij werd afgenomen. De testbatterij bestond uit vragenlijsten voor het meten van het emotioneel welzijn en bevatte tevens neuropsychologische testen om een aantal cognitieve vaardigheden te onderzoeken. Voor het meten van het emotioneel welzijn werden de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) en de Symptom Checklist (SCL-90) gebruikt. De SCL-90 bestaat uit de subschalen Angst, Agorafobie, Depressie, Somatische klachten, Insufficiëntie van denken en handelen, Wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit, Hostiliteit en Slaapproblemen. Na de 8 weken voorbehandeling kregen de transmannen 16 weken testosteron (met daarnaast een GnRH-analoog en een aromataseremmer) toegediend. Hierna werd opnieuw dezelfde testbatterij afgenomen. De controlegroepen ontvingen gedurende het gehele onderzoek geen interventie. Bij alle onderzoeksgroepen werd op dezelfde momenten de testbatterij afgenomen. Verwacht werd dat de hormoonbehandeling een (positief of negatief) effect zou hebben op het emotioneel welzijn (depressie, angst en psychologische symptomen) van de transmannen. Daarnaast werd verwacht dat het cognitieve profiel van de transmannen als gevolg van de hormoonbehandeling zou verschuiven van een relatief ‘vrouw-typisch’ cognitief profiel (sterke verbale vaardigheden) naar een ‘man-typisch’ cognitief profiel (sterk ruimtelijk inzicht). Met betrekking tot executief functioneren en verbaal geheugen werd geen invloed verwacht en ten aanzien van verwerkingssnelheid was het onderzoek exploratief. De resultaten laten geen verandering zien in het emotioneel welzijn ten gevolge van de hormoontherapie. De resultaten konden ook niet alle verwachte cognitieve effecten bevestigen. Het vermoeden dat hormoontherapie geen invloed zou hebben op het executief functioneren en het verbale geheugen van de transmannen werd wel bevestigd in deze studie. Tot slot werd tegen de verwachting in geen effect gevonden van de hormoontherapie op snelheid van de informatieverwerking. Wel gaven de resultaten van de SCL-90 aan dat transmannen gemiddeld hogere scores hadden op de slaap- en hostiliteitsschaal dan vergelijkingsgroepen van vrouwen en mannen. Vervolgonderzoek naar de verschillen tussen transpersonen en controlegroepen en de invloed van hormoonbehandeling op emotioneel welzijn en cognitief functioneren is noodzakelijk om de transgenderzorg indien nodig te verbeteren.


2021 ◽  
Vol 4 (2) ◽  
pp. 2-12
Author(s):  
Jan Sitvast

De rol van verpleegkundig specialisten in het realiseren van goede zorg impliceert een actieve inzet bij innovatie en onderzoek. Op deze rol worden verpleegkundig specialisten al tijdens hun opleiding voorbereid door het schrijven van hun master thesis. De kwaliteit van zorg roept de vraag op naar de aard van de kennis die daarvoor nodig is en ook hoe deze kennis tot stand komt. Na een filosofische beschouwing over de objectiviteit of de subjectiviteit van kennis wordt geponeerd dat het kritisch realisme een uitweg biedt uit deze discussie en bovendien een pragmatische benadering mogelijk maakt voor onderzoek ten behoeve van innovaties. Het kritisch realisme zullen we vertalen naar een praktisch model voor verpleegkundig specialisten die innovatie onderzoek doen. Het model zal geïllustreerd worden aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Uiteindelijk zal de kritisch realistische onderzoekspraktijk recht doen aan de emancipatoire gedachte die in de gezondheidszorg en het kwaliteitsdenken sterk aanwezig is.


2021 ◽  
Vol 4 (1) ◽  
pp. 2-8
Author(s):  
Arjen Neven ◽  
◽  
Ernst Noordraven ◽  
Annette Bonebakker
Keyword(s):  

GGZ Nederland heeft in 2017 een intentieverklaring ondertekend waarin staat dat alle GGZ instellingen rookvrij moeten worden. Naast verschillende praktische bezwaren is het de vraag of een rookvrije GGZ en verslavingszorg patiënten helpen om duurzaam abstinent van tabak te worden. In dit artikel worden verschillende studies beschreven waarin dit is onderzocht. De resultaten van de studies laten over het algemeen nauwelijks effect zien van een rookvrije instelling op het stoppen met roken. In de meeste onderzoeken resulteert een rookvrije GGZ instelling of verslavingszorginstelling niet in een hoger percentage abstinentie na opname. De geïncludeerde studies laten een heterogeen beeld zien wat betreft de verschillende gebruikte methoden. Deze grote heterogeniteit maakt het moeilijk om conclusies te trekken over de effectiviteit van verschillende interventies ter vermindering van rookgedrag.


2020 ◽  
Vol 3 (1) ◽  
pp. 7-25
Author(s):  
Laira Donkersteeg ◽  
◽  
Jan Berend Deijen

2020 ◽  
Vol 5 (1) ◽  
pp. 33-37
Author(s):  
Marion Herben

2020 ◽  
pp. 2-6

Bij 134 inwoners van gemeente Hoorn van 55 jaar en ouder werd via het computerprogramma Minds een Finger Tapping Test (FTT) afgenomen, om de basale motorische snelheid en de mate van handvoorkeur te bepalen. In tegenstelling tot het standaard gebruik van de test, was er slechts 1 meting van 10 seconden voor elke hand. Resultaten waren in het algemeen in overeenstemming met bevindingen die doorgaans in de literatuur te vinden zijn: er was een hogere snelheid voor de voorkeurshand vergeleken met de niet-voorkeurshand, mannen hadden een hogere motorische snelheid dan vrouwen, en bij personen van 65 jaar en ouder was de snelheid significant lager dan bij de personen onder 65 jaar. Geconcludeerd werd dat deze versie van de FTT een bruikbaar instrument is om de snelheid van de vingermusculatuur te bepalen.


2019 ◽  
Vol 2 (2) ◽  
pp. 2-16
Author(s):  
Géza Kovács ◽  
◽  
Annemieke van Dijke ◽  
Marie-José Enders-Slegers ◽  
◽  
...  

Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document