International Accounting Standards Board Conceptual Framework: A Brief Review

2021 ◽  
pp. 8-13
Author(s):  
Akinola, Akinwumi Olusegun ◽  
Efuntade, Alani Olusegun
2013 ◽  
Vol 87 (9) ◽  
pp. 355-364
Author(s):  
Dick Van Offeren ◽  
Joop Witjes ◽  
Tim Verdoes

De International Accounting Standards Board (IASB) heeft recent het conceptual framework-project als kernproject aangemerkt. Het oorspronkelijke Framework for the preparation and presentation of financial statements (framework 1989) was aan een fundamentele herziening toe. Samen met de Financial Accounting Standards Board (FASB) heeft de IASB de eerste fase van het Conceptual framework for financial reporting (framework 2010) voltooid. In deze eerste fase worden twee onderwerpen besproken. Dit zijn het doel van financiële verslaggeving en de kwalitatieve kenmerken van financiële verslaggeving. Wij bespreken deze twee onderwerpen en gaan in op de verschillen tussen het framework 2010 en het framework 1989. Wij benadrukken het verschil in toepassingsgebied van de twee frameworks. Het framework 2010 is gericht op het ruimere begrip financial reporting, financiële verslaggeving en het framework 1989 was beperkt tot financial statements, jaarrekeningen.


2016 ◽  
Vol 90 (1/2) ◽  
pp. 41-49
Author(s):  
Arjan Brouwer ◽  
Alidus Dannenberg ◽  
Peter Epe

In de Exposure Draft Conceptual Framework for Financial Reporting blijft de International Accounting Standards Board (IASB) uitgaan van een balansbenadering waarbij baten en lasten worden afgeleid van de mutaties in balansposten. Financiële prestatie wordt niet afzonderlijk gede"nieerd en de IASB reduceert dit tot een presentatievraagstuk gericht op Other Comprehensive Income (OCI) en recycling. Relevante informatieverschaf"ng over prestaties vraagt echter om een prominentere plaats in het nieuwe Conceptual Framework en een meer genuanceerde aanpak voor de ontwikkeling van concepten die de basis kunnen vormen voor standaarden leidend tot relevante informatie over de prestaties van een entiteit. Inzicht in prestaties vraagt in ieder geval om afzonderlijke informatieverschaf "ng over alle relevante attributen van het resultaat en dat is niet mogelijk via slechts een tweedeling tussen resultaten die worden gepresenteerd binnen winst of verlies en resultaten die worden gepresenteerd binnen OCI.


Author(s):  
Veronica Paz ◽  
Thomas Griffin

The purpose of this research is to determine the impact of material differences in the conceptual framework of the International Accounting Standards Board (IASB) and the Financial Accounting Standards Board (FASB) on the financial statements.


2016 ◽  
Vol 90 (1/2) ◽  
pp. 30-40
Author(s):  
Jan Backhuijs

Deze bijdrage behandelt enkele aspecten van de de!nities van activa, vreemd vermogen en het daaruit resulterende eigen vermogen van de onderneming, zoals die zijn opgenomen in de in 2015 uitgebrachte exposure draft (ED) van het conceptual framework van de International Accounting Standards Board (IASB). Vastgesteld wordt dat vooralsnog geen aandacht wordt besteed aan activa en vreemd vermogen die (kunnen) ontstaan uit de niet-marktconforme relatie van de onderneming met de overheid op basis van wetgeving in plaats van de marktconforme relatie van de onderneming met andere partijen op basis van contracten. Ook het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen van de onderneming blijft vooralsnog onduidelijk, omdat de IASB bij de presentatie van vermogen en resultaat hinkt tussen de statutaire zeggenschapsrechten van de verschaffers van eigen vermogen en de betalingsrechten van de verschaffers van vreemd vermogen.


2016 ◽  
Vol 90 (1/2) ◽  
pp. 20-29 ◽  
Author(s):  
Martin Hoogendoorn

In Titel 9 en de EU Accounting Directive zijn diverse algemene beginselen opgenomen. In het Conceptual Framework (CF) van de International Accounting Standards Board (IASB) zijn kwalitatieve kenmerken van nuttige informatie geformuleerd. Dit artikel gaat in op de relatie tussen de algemene beginselen en het CF, mede in historisch perspectief. Het is opvallend dat de algemene beginselen een zo beperkte plaats hebben in het CF. Voor de meeste beginselen (continuïteit, toerekening, vergelijkbaarheid, stelselmatigheid, materialiteit en substance over form) levert dat geen problemen op. Bij drie beginselen is de situatie complexer. Het matchingbeginsel heeft een beperkte toepassing door de balansbenadering die ten grondslag ligt aan het CF. Over de plaats van het voorzichtigheidsbeginsel in het CF is veel discussie geweest, met name vanuit de EU. Dit beginsel is sinds mijn oratie over “Botsende beginselen” in 1993 in Titel 9 van inhoud gewijzigd, en de facto is de botsing opgelost. Wel is de de"nitie van voorzichtigheid in het CF nog beperkt. Van het realisatiebeginsel wordt sinds 1993 vaker afgeweken, ook in Titel 9 zelf, hoewel de formulering van het beginsel als zodanig ongewijzigd is gebleven. Voor al deze drie beginselen geldt voorts dat de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) deze in sterkere mate volgt dan IFRS.


2013 ◽  
Vol 87 (4) ◽  
pp. 114-125
Author(s):  
Ralph Ter Hoeven

Dit artikel bespreekt het onderscheid tussen de instrumentele visie en de institutionele visie vanuit zowel het perspectief van de individuele entiteit als de groep zelf. Naast een analyse van deze visies wordt ingegaan op de keuzes die de International Accounting Standards Board (IASB) heeft gemaakt in het nog in uitvoering zijnde Conceptual Framework-project. Het grootste deel van het artikel bevat feitelijk een IFRS-sporenonderzoek naar entiteitsbenaderingen die expliciet of meer impliciet uit de standaarden blijken. Het beeld dat uit dit onderzoek naar voren komt, is dat de IASB over het algemeen een institutionele visie heeft op de zelfstandige entiteit, hetgeen bijvoorbeeld wordt geïllustreerd door het feit dat push down accounting niet toegestaan is binnen IFRS. Als het gaat om de visie op de groep komt nadrukkelijk een economische eenheidsvisie naar voren die door ons ook als institutioneel (de groep als economisch instituut) wordt geduid. De IASB is zeker geen voorstander van de benadering dat de groep als een verlengstuk van de moeder gezien moet worden. Uit met name de ontwikkeling van een specifieke standaard (IFRS 3) komt naar voren dat de IASB zelfs de neiging heeft door te schieten in de economische eenheidsbenadering blijkend uit de introductie van de zogenoemde full goodwill methode.


2007 ◽  
Vol 81 (10) ◽  
pp. 455-461
Author(s):  
Saskia De Bruijn ◽  
Dick Van Offeren

Medio 2006 is in het kader van het convergentie- en verbeterproject van de Financial Accounting Standards Board en de International Accounting Standards Board het eerste Discussion Paper over het verbeterde conceptual framework gepubliceerd. Hierin komen de doelstelling van financiële verslaggeving en de kwalitatieve kenmerken aan bod. Bij de bespreking van de doelstelling van financiële verslaggeving staat de decision usefulness-benadering centraal. Traditioneel wordt evenwel ook de stewardship-benadering van belang geacht. De vraag is of deze twee doelstellingen, enerzijds de decision usefulness-benadering en anderzijds de stewardshipbenadering, strijdig of complementair zijn. Geconcludeerd wordt dat de stewardship-benadering vooral is gekoppeld aan de juridisch gerichte, enkelvoudige jaarrekening en dat de economisch gerichte, geconsolideerde jaarrekening nuttig is voor de decision usefulness-benadering.


2016 ◽  
Vol 90 (1/2) ◽  
pp. 7-8
Author(s):  
Ralph ter Hoeven

Het Conceptual Framework van de International Accounting Standards Board (IASB) is een onderdeel van het niet-verplichte deel van de International Financial Reporting Standards (IFRS). Dat betekent dat bedrijven die op basis van IFRS rapporteren niet als zodanig aan de bepalingen van het CF hoeven te voldoen. In die zin heeft het Conceptual Framework dezelfde status als de implementation guidance en de basis for conclusions die de publicatie van een IFRS begeleiden. Het CF is ook geen onderdeel van het Europese goedkeuringsproces van IFRS. Desalniettemin wijden wij een themanummer aan het Conceptual Framework en in het bijzonder aan de wijzigingsvoorstellen (ED/2015/4) die op 28 mei 2015 door de IASB zijn gepubliceerd.


2014 ◽  
Vol 25 (65) ◽  
pp. 124-144 ◽  
Author(s):  
Odilanei Morais dos Santos ◽  
Ariovaldo dos Santos

Este trabalho tem como objetivo identificar os fatores determinantes à submissão de cartas comentários, como estratégia de lobbying no contexto da regulação contábil, à audiência pública do Discussion Paper Extractive Activities do International Accounting Standards Board IASB).Os resultados mostram o tamanho como fator determinante, em todas as modelagens utilizadas, indicando que grandes empresas petrolíferas possuem maior probabilidade para realizar lobbying. Essa propensão é verificada para posicionamentos essencialmente desfavoráveis às propostas apresentadas pelo IASB, o que implica em considerar que a revisão/substituição do International Financial Reporting Standard -IFRS6 será um processo complexo e sujeito a pressões por parte das empresas petrolíferas para manter o status quo.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document