scholarly journals Wat na het project Sterycat? - De mening van deelnemende asielmedewerkers en dierenartsen over vroegcastratie bij katten

2014 ◽  
Vol 83 (6) ◽  
pp. 313-320
Author(s):  
N. Porters ◽  
C. P. H. Moons ◽  
I. Polis ◽  
J. Dewulf ◽  
H. De Rooster

Het project Sterycat is een door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gefinancierd wetenschappelijk onderzoek dat, in een samenwerking tussen de Faculteit Diergeneeskunde en zeventien Vlaamse asielen, het effect van vroegcastratie op de gezondheid en het gedrag van katten heeft onderzocht. Om vroegcastratie van asielkittens efficiënt te kunnen integreren in het overheidsbeleid, is het belangrijk de opinie van het werkveld te kennen. Daarom werd op het einde van het project een enquête (16 vragen, 70 exemplaren in totaal) rondgestuurd naar de asieldierenartsen en -medewerkers van de deelnemende asielen. Vijfendertig personen vulden de enquête in (10 asieldierenartsen en 25 asielmedewerkers). De meerderheid onder hen (85%) was voorstander van de voortzetting van vroegcastratie van asielkatten na het project Sterycat. Niettegenstaande was er bij sommige respondenten toch ongerustheid over mogelijke complicaties door de ingreep (58%) en over uitbraken van virale ziekten (72%). De financiële haalbaarheid en het uitwerken van een regeling om derving van inkomsten bij niet-asieldierenartsen tegen te gaan, werden belangrijk geacht voor het succesvol toepassen van vroegcastratie bij asielkatten. Voor het efficiënt reduceren van de overpopulatie van katten zouden daarnaast ook particuliere katteneigenaars en gemeenten hun verantwoordelijkheid inzake reproductiepreventie bij katten moeten opnemen. De perceptie van de haalbaarheid van vroegcastratie en van het chippen van asielkatten was significant geassocieerd met het enthousiasme van de dierenarts, de toegenomen adoptiekansen van de kittens en met het feit dat bijgedragen werd tot het reduceren van de overpopulatie van katten in asielen. De mate waarin de voortzetting van vroegcastratie van asielkatten belangrijk werd geacht was dan weer geassocieerd met het type asiel en de verwachting van een beter rendement van het asiel. Uit de resultaten van deze enquête kan besloten worden dat de meeste deelnemende asieldierenartsen en -medewerkers het belangrijk vinden dat vroegcastratie van katten verdergezet wordt in hun asiel, mits rekening gehouden wordt met het financiële aspect van de procedure en de verantwoordelijkheid van particuliere katteneigenaars en gemeenten.

2006 ◽  
Vol 80 (10) ◽  
pp. 503-511
Author(s):  
G. J. Van Helden

Hoewel wetenschappelijk onderzoek primair moet voldoen aan academische maatstaven, is praktijkrelevantie ook een belangrijke toetssteen. Dit geldt zeker voor disciplines als de management accounting die naar hun aard praktijk - vraag stukken binnen organisaties tot onderwerp van studie hebben. Dit artikel introduceert strategieën voor de exploratie van praktijk elevantie van wetenschappelijk onderzoek in de management accounting. Daarna volgt een illustratie van één van die strategieën voor het meer specifieke domein van het onderzoek in de management accounting over organisaties in de publieke sector. De in deze literatuurstudie betrokken papers uit internationale accountingtijdschriften zijn beoor - deeld op de mate waarin het onderzoeksdoel samenhangt met praktijkrelevantie. Het overgrote deel van deze papers blijkt gericht te zijn op het onderzoeksdoel dat het verst afstaat van praktijkrelevantie, namelijk het vinden van een verklaring voor de introductie en gebruik van een management accounting instrument. Andere onderzoeksdoelen met een grotere praktijkrelevantie – zoals de ontwikkeling van een nieuw management accounting instrument of de effectiviteits - beoordeling van een bestaand management accounting instrument – komen niet of veel minder voor.


2020 ◽  
Vol 22 (4) ◽  
pp. 1-22
Author(s):  
Astrid Homan

De toenemende diversiteit op de werkvloer vraagt om gedegen management van deze verschillen door organisaties. Een groot aantal organisaties is al actief bezig met het vergroten van diversiteit en inclusie van medewerkers (zie bv. diversiteitinbedrijf. nl), maar er is meer nodig dan het vergroten van diversiteit en mensen zich als individu thuis laten voelen. Medewerkers werken namelijk vaak in teamverband, waarin diversiteit zowel positieve als negatieve effecten kan hebben. Gelukkig is veel wetenschappelijk onderzoek naar teamdiversiteit gedaan dat inzicht kan verschaffen in hoe diversiteit aangestuurd kan worden. In dit artikel geef ik een overzicht van de huidige stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek naar diversiteit in teams. Uit dit overzicht blijkt onder andere dat de effectiviteit van management van diversiteit grotendeels afhankelijk is van de mate waarin teamleden een positieve overtuiging over en goede omgangsvaardigheden met diversiteit hebben. Het artikel eindigt met enkele aanbevelingen voor managers en HR medewerkers en adviseurs die te maken hebben met diversiteit in hun teams en hun organisatie.


Author(s):  
Heidi Albrecht

We kunnen het fenomeen dierentuin zien als 'een verzameling van "aparte" dieren die ten dienste staan voor wetenschappelijk onderzoek en waarbij de collectie toegankelijk is voor het publiek'. De 'Maatschappij voor Natuurlijke Historie' te Gent is daar een voorbeeld van in het midden van de 19de eeuw. We moeten wel stellen dat de dierentuin zich in het bijzonder toelegde op een uitgebreide collectie sierhoenders, waarbij de verkoop van de dieren belangrijk was. De wetenschappelijke onderbouw was echter niet voldoende aanwezig om het verdere bestaan van de Maatschappij te verzekeren. Ook mede door de veranderingen in ontspanningsmogelijkheden voor de burgerij kwam er in het begin van de 20ste eeuw een einde aan de 'Maatschappij voor Natuurlijke Historie'.   


Author(s):  
Dries Vanysacker

Ook sport is een spiegel van de maatschappij en daarom verdient ook dit facet van ons maatschappelijk bestel een plaats in historisch-wetenschappelijk onderzoek. De scriptie van Backelandt is daar één voorbeeld van. Professor Dries Vanysacker licht de 'problematiek' van de sportgeschiedenis toe en breekt een lans voor sporthistorisch onderzoek. Want: niet het onderwerp maar wel de gehanteerde methodiek maakt van een historicus een goed historicus. Enerzijds kan sportgeschiedenis volgens hem het grote publiek gaan boeien. Maar naast dit pleidooi voor een vulgariserende wetenschap, pleit hij anderzijds ook voor een wetenschappelijke vulgarisatie waarbij een stevig onderbouwde methodiek ieder onderzoek zou moeten stutten. 


2020 ◽  
Vol 33 (3) ◽  
Author(s):  
Annet H. de Lange

Door lagere geboortecijfers, een hogere levensverwachting en een stijgende pensioenleeftijd is het thema succesvol ouder worden op het werk een belangrijk onderwerp geworden. In deze oratie-bewerking wordt het belang van het hanteren van een positief levenslooppsychologisch perspectief op het thema zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk benadrukt. Hierbij wordt aandacht besteed aan: (1) definities en theorievorming omtrent de begrippen zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk, (2) zelfmanagementhulpbronnen die ingezet kunnen worden door werkenden gedurende de beroepsloopbaan, en (3) mogelijke arbeids- en organisatiepsychologische interventies om zelfmanagement van werkenden positief te kunnen beïnvloeden. Tot slot (4) wordt een onderzoeksagenda gepresenteerd voor toekomstig (toegepast) wetenschappelijk onderzoek naar zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document