bekend zijn
Recently Published Documents


TOTAL DOCUMENTS

8
(FIVE YEARS 2)

H-INDEX

2
(FIVE YEARS 1)

2019 ◽  
Vol 9 (6-7) ◽  
pp. 99-102 ◽  
Author(s):  
Daniela E. Oprea-Lager ◽  
Emile F. I. Comans

Samenvatting In dit artikel worden beeldvormende technieken besproken die worden gebruikt bij de diagnostiek van prostaatkanker en worden toekomstige ontwikkelingen op dit terrein belicht. Nieuwe en op dit moment bij voorkeur gebruikte beeldvormende technieken (prostaatspecifiek membraanantigeen (PSMA), positronemissietomografie met computertomografie (PET/CT) en whole-body magnetic resonance imaging (MRI)) met diffusiegewogen opname, detecteren metastasen die met de traditionele technieken (botscan en computertomografie (CT)) onopgemerkt zouden zijn gebleven. Gegevens over de daadwerkelijk klinische functionaliteit van deze nieuwe technieken ontbreken echter nog. Dit leidt tot praktische dilemma’s bij de behandeling van patiënten met prostaatkanker, omdat de resultaten van grote klinische studies zijn gebaseerd op oude beeldvormende technieken. Deze dilemma’s kunnen pas worden opgelost als de diagnostische accuratesse van de nieuwe beeldvormende technieken, en de klinische consequenties van vroege detectie van metastasen, bekend zijn.


2019 ◽  
Author(s):  
Ton van Kalmthout
Keyword(s):  

Moest hij in Nederland iemand kiezen voor de Nobelprijs voor Literatuur, schreef Arnon Grunberg op 30 januari 2018 op de voorpagina van de Volkskrant, dan zou het Judith Herzberg zijn. Weinigen zullen het met hem oneens zijn dat de schrijfster, die nog altijd actief is, een indrukwekkende staat van dienst heeft in de literaire wereld. Ze is de auteur van gedichten, toneelstukken en libretti, van essays en brievenbundels, filmscenario’s en televisiespelen, en ook van een aantal kortere prozateksten en een jeugdboek – een oeuvre dat inmiddels zo’n vijftig titels in het Nederlands telt. Er zijn tientallen studies en andere beschouwingen aan haar werk gewijd, niet alleen in het Nederlandse, maar bijvoorbeeld ook in het Duitse taalgebied, waar ze eveneens naam heeft gemaakt. In Nederland is ze vooral gevierd om haar poëzie, die haar dramatische werk wel eens heeft overschaduwd. Nog minder bekend zijn haar vertalingen en bewerkingen, die toch een essentieel en interessant onderdeel van haar literaire bedrijvigheid mogen heten. Daarom worden ze hier in de schijnwerpers gezet en in verband gebracht met haar andere werk.


2017 ◽  
Vol 46 (4-5) ◽  
pp. 312-317
Author(s):  
Marc Hanson
Keyword(s):  

Veel Gentenaars weten dat volgens de legende Sint-Veerle de zachte broden van een vrekkige vrouw in stenen veranderde en dat ze een opgepeuzelde haan of gans vanuit de schamele restjes, een paar poten en wat pluimen, weer tot leven wekte. Geïnteresseerden in geschiedenis zullen ook bekend zijn met het Sint-Veerlekapittel dat geen kanunnikenkapittel was in de gebruikelijke betekenis van het woord, maar de opvolger van de groep priesters-kapelaans die de eredienst in de grafelijke burchtkapel verzorgde.


2016 ◽  
Vol 90 (5) ◽  
pp. 176-177
Author(s):  
Tom Groot

Er zijn beroepen waar je met recht trots op kunt zijn. Neem bijvoorbeeld beroepen in de civiele techniek en de bouw. Grote infrastructurele projecten zoals de Deltawerken, de Erasmusbrug en derde Maasvlakte dwingen alom respect af. Ook prestaties in de creatieve sfeer, zoals in de muziek, reclame, productontwerp (“Dutch design”) oogsten lof tot ver buiten de landsgrenzen. Deze maatschappelijke waardering straalt niet alleen af op de individuen die de prestaties leveren, maar ook op de beroepen die zij beoefenen. Dit ligt anders bij accounting: er zijn weinig prestaties die tot de verbeelding spreken, er zijn weinig accounting professionals die bij het grote publiek bekend zijn en de algemene maatschappelijke waardering voor accounting is niet al te hoog. Sterker nog, veel van de publiciteit over accounting is gericht op wat er niet goed gaat. Creatief boekhouden bij Ahold, onvoldoende inzicht bij Imtech en Amarantis, tekortschietende accountants bij tal van bedrijven in de profit- en nonprofit-sector. In de academische onderzoeksliteratuur is het al niet veel beter: een groot deel van de aandacht van onderzoekers gaat naar het onderwerp “earnings management”, oftewel “winststuring”: het doelbewust beïnvloeden van het gerapporteerde resultaat met het oogmerk voordeel te behalen.


KWALON ◽  
2011 ◽  
Vol 16 (1) ◽  
Author(s):  
Stef Scagliola

Het is de weerklank van deze oproep – Vraag het ze gewoon! – uit de mond van historicus en archivaris Rob Perks, hoofd van The British Sound Archive in Londen, die mij als militair historicus en curator van het Interviewproject Nederlandse Veteranen motiveerde om wat sociaalwetenschappelijke onderzoekers vanzelfsprekend vinden ter discussie te stellen. Perks, die leiding geeft aan het grootschalige project National Life Stories van The British Library, reageerde zo op de vraag of het bekend zijn van de identiteit van de geïnterviewden in zijn project niet problematisch was voor de diepte en informatierijkdom van de interviews en voor de omgang met de privacy van de respondenten door de raadplegers van het materiaal.In zijn optiek wordt er te snel van uitgegaan dat mensen alleen anoniem hun verhaal willen doen en dat als ze wel hun identiteit aan het interview koppelen, ze belangrijke informatie zullen achterhouden. Ook weerspreekt hij de overtuiging dat bekendheid van de naam bij de beheerders van het materiaal de respondenten kwetsbaar maakt voor misbruik en schending van privacy. Het is natuurlijk de vraag in hoeverre een archivaris die in Groot-Brittannië als de hoeder van het oral history-erfgoed gezien kan worden, in staat is te beoordelen of bepaalde uitgangspunten van sociaalwetenschappelijk onderzoek die tot doel hebben mensen te beschermen en die gestoeld zijn op decennialange onderzoekservaring, zomaar aan de kant geschoven moeten worden.Feit is dat de maatschappij snel verandert, dat door individualisering en mondigheid mensen veel sterker geneigd zijn zelf te willen beslissen over ‘wat goed voor hen is’, en dat ervaringen die voorheen geassocieerd werden met het private/persoonlijke domein door de medialisering van het persoonlijke steeds vaker in het publieke domein zijn terug te vinden. Moet de onderzoeker zonder meer in deze ontwikkelingen meegaan?Nee, maar hij moet er wel kennis van nemen. Waar Perks voor pleit, zijn geen wildwesttoestanden met het vrijgeven van persoonlijke data aan Jan en alleman als de ‘argeloze verteller’ daar zijn fiat aan gegeven heeft. Hij pleit voor het combineren van ‘the best of both worlds’: de mogelijkheden voor gedifferentieerde toegang en bescherming van privacy die de archiefwetgeving in combinatie met ICT te bieden heeft, en het hele arsenaal aan zorgvuldig verzamelde kwalitatieve data dat veelal slechts eenmaal gebruikt wordt en na het publiceren van het onderzoeksresultaat – ongedigitaliseerd – in de kast verdwijnt.De voorwaarde voor deze combinatie is wel dat het langetermijnperspectief van archivering moet worden besproken met de respondent en moet worden geïntegreerd in het onderzoeksplan. De onderzoeker zou dus met het oog op een toekomstig raadpleger alle aan het onderzoek gerelateerde context moeten documenteren en op een toegankelijke manier ontsluiten. Ook zou hij bereid moeten zijn een deel van de aanvankelijk exclusieve relatie met zijn respondent op te geven. Anderen kunnen dan de wijze waarop hij of zij het materiaal geïnterpreteerd heeft, controleren en beoordelen.De mogelijkheid tot een ‘kijkje in de keuken van de data’ is bij andere wetenschapsgebieden zo vanzelfsprekend, dat het eigenlijk vreemd is dat het ontbreken daarvan in de wereld van de kwalitatieve data nooit geproblematiseerd is. Wel is het zo dat de vergroting van de werklast vertaald zou moeten worden in wetenschappelijke en financiële credits. Dan motiveer je pas onderzoekers om de onderzoekscultuur te veranderen.


2000 ◽  
Vol 16 (2) ◽  
pp. 9
Author(s):  
Marijke Kloosterman
Keyword(s):  
Ad Hoc ◽  

In het deelonderzoek 'Waterrijk' van de jonge vereniging Deltametropool wordt gekeken naar de mogelijkheden om het Groene Hart om te vormen tot gebied dat, meer dan de huidige combinatie van veenweiden en droogmakerijen, gelegenheid biedt tot natuurbeleving en recreatie. Reageren op dit onderzoek is niet mogelijk zolang de resultaten nog niet bekend zijn. Puttend uit de adviezen van de Raad voor het Landelijk Gebied, kan wél op voorhand worden aangegeven wat belangrijke uitgangspunten voor het Groene Hart, en dus voor Waterrijk, zouden moeten zijn.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document