Meneer Champetter? Titulatuur en aanzien, Meetjesland, 1850-1900

Author(s):  
FIlip Bastiaen
Keyword(s):  

Tijdens een onderzoek naar het wezen en de rol van de veldwachter in de Meetjeslandse dorpen in de 19de eeuw, viel een duidelijk verschil op in de gebruikte titulatuur voor deze functionaris en twee andere ambtelijke types met politiebevoegdheid: de politiecommissaris en de burgemeester. De veldwachter werd in de lokale berichtgeving in de 19de-eeuwse weekbladen niet als een heer (van stand) beschouwd, in tegenstelling tot de commissaris van politie en de burgemeester. Hij behoorde tot het gewone (als het ware anonieme) volk (vaak letterlijk, gezien ook zijn naam niet vermeld werd in de berichten), niet tot de burgerij of de notabelen. Dit heeft meer dan waarschijnlijk te maken met zijn praktische, uitvoerende en ondergeschikte rol. De bevolking was zich er terdege van bewust dat de veldwachter niet de eigenlijke politiemacht bezat. De pers - zelf eerder tot de burgerij of vooraanstaanden behorend - hielp zelf discrimineren door het gebruik van titels voor de ene, niet voor de andere. De veldwachter hoorde niet bij de club: niet bij de aloude, gevestigde (kapitaalkrachtige) waarden, noch bij de nieuwe (geletterde) waarden als onderwijzers, commissarissen, journalisten,. . . Het was misschien vooral deze laatste groep die de lijn trok. Jammer genoeg komen we niet te weten hoe het gewone volk de veldwachter bekeek.

KWALON ◽  
2007 ◽  
Vol 12 (3) ◽  
Author(s):  
Bram de Muynck

Het Berliner Methodentreffen is een jaarlijks evenement dat georganiseerd wordt voor Duitstalige kwalitatieve onderzoekers. Dit jaar vond de conferentie voor de derde maal plaats, op 29 en 30 juni (zie aankondiging in KWALON 34 (2007, 12/1, 50-51)), zoals gebruikelijk op de Freie Universität Berlin. Opnieuw was deze tweedaagse een groot succes. Meer dan 1000 personen meldden zich aan binnen enkele dagen na het openen van de inschrijving. Vrijwel alle werkgroepen waren direct overtekend. Mijn inschrijving kwam te laat om aan een werkgroep deel te nemen, maar ik mocht wel de plenaire onderdelen meemaken. Toen ik er was, dacht ik: geen wonder dat hier zoveel mensen op af komen. Deze conferentie biedt geweldige kansen voor ontmoeting. Doordat er uit allerlei vakgebieden mensen zijn, die met uiteenlopende methoden werken, is de kans groot dat je tot een interessante uitwisseling komt. Zelf liep ik al gelijk bij de aanmelding collega-pedagogen tegen het lijf die bezig waren met onderzoek naar de werking van vroegschoolse educatie. En bij de koffie ontmoette ik een onderzoeker die net als ik bezig was met onderzoek naar spiritualiteit. In de hal waren stands van onder andere een boekhandel, een privé-onderneming voor kwalitatief onderzoek en vakspecifieke clubs (zoals linguïsten en sociaal historici). Goed bezocht waren de stands met de verschillende computerprogramma's. Naast Atlas-ti werden Gabek II en MAXQDA gepresenteerd. Ik ontdekte dat deze laatste een geduchte concurrent is van Atlas-ti, vanwege zijn gebruiksvriendelijkheid. In Duitsland hebben Atlas-ti en MAXQDA een gelijkwaardig aandeel in de 'markt'.


2020 ◽  
Vol 94 (9/10) ◽  
pp. 379-389
Author(s):  
Robbert Nuhn ◽  
René Doff

Per 1 januari 2016 moeten verzekeraars uit hoofde van Solvency II een Own Risk & Solvency Assessment (ORSA) maken waarin zij met scenario’s en stresstesten de belangrijkste risico’s analyseren. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar hoe verzekeraars scenario’s en stresstesten toepassen. Aan de hand van de literatuur zijn duidelijke processtappen en succescriteria voor het gebruik van scenario’s te onderscheiden. Dit proces wordt overwegend goed gevolgd door verzekeraars en het bestuur is goed betrokken op verschillende manieren. Dat geldt niet voor alle zogenoemde sleutelfuncties: met name de functies interne audit en compliance zijn veel minder betrokken dan bijvoorbeeld de risicomanagement-functie. De tijdshorizon die verzekeraars gebruiken voor hun langetermijnprognose is over het algemeen drie tot vijf jaar, maar er zijn ook verzekeraars die langere termijnen hanteren. Uit onze analyse blijkt dat verzekeraars veel meer leunen op stresstesten dan op scenario’s. Deze laatste worden in de praktijk nauwelijks toegepast in ORSA. Dit is een gemis voor de effectiviteit van ORSA. Wij constateren tot slot dat het feit dat toezichthouders meekijken een mogelijk systeemrisico creëert en dat is vanuit toezichtsperspectief juist onwenselijk.


De Psychiater ◽  
2020 ◽  
Vol 27 (8) ◽  
pp. 1-3
Author(s):  
Elke van Riel
Keyword(s):  

2004 ◽  
Vol 14 (3) ◽  
pp. 352-357
Author(s):  
W. DEKKERS ◽  
M. OLDE RIKKERT ◽  
A. VAN DER VORM

Naamkunde ◽  
2006 ◽  
Vol 36 (0) ◽  
pp. 43-61
Author(s):  
Karel F. GILDEMACHER
Keyword(s):  

Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document