door deze
Recently Published Documents


TOTAL DOCUMENTS

26
(FIVE YEARS 5)

H-INDEX

1
(FIVE YEARS 1)

2021 ◽  
Vol 95 (7/8) ◽  
pp. 225-232
Author(s):  
Dick de Waard

Verslaggeving over duurzaamheid of niet-financiële informatie heeft zich sinds 1990 in een snel tempo ontwikkeld. Gedurende de afgelopen jaren hebben veel verslaggevingsraamwerken het licht gezien, zijn ideeën over de vorm ontstaan, is regelgeving op gang gekomen, is de vraag naar assurance ontstaan en zijn veel verslagen in omvang toegenomen. Ingegeven door deze ontwikkelingen en door de introductie in 2021 van de Corporate Sustainability Reporting Directive van de Europese Commissie wordt in deze bijdrage een model uitgewerkt waarin informatie wordt gecombineerd en geïntegreerd, waarbij mogelijkheden worden gesignaleerd om dit alles qua omvang te beperken, een herkenbaar format te creëren en een leesbaar jaarverslag te publiceren. Een jaarverslag in drie hoofdstukken: het bestuursverslag, de financiële jaarrekening en de niet-financiële jaarrekening, voorzien van assurance door de accountant.


2021 ◽  
Vol 95 (1/2) ◽  
pp. 65-76 ◽  
Author(s):  
Auke de Bos ◽  
Martijn de Jong

Audit Quality Indicators (AQI’s) kunnen een ondersteunende rol bieden bij het beoordelen van en sturen op de kwaliteit van de wettelijke controle (hierna: controlekwaliteit). Dit artikel geeft invulling aan AQI’s voor gebruik door auditcommissies. Hiervoor is gebruik gemaakt van een bestaande Canadese set aan AQI’s die zijn toegepast op de Nederlandse verantwoordelijkheden van auditcommissies. Waar nodig zijn de AQI’s uitgebreid en aangepast. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van AQI’s voor de auditcommissie. Voorlopig kan geconcludeerd worden dat AQI’s voor auditcommissies meer ondersteunend zijn dan cruciaal. De AQI’s vergroten de informatievoorziening naar de auditcommissie voor het uitvoeren van hun taken en het nemen van beslissingen ten aanzien van de accountant, maar lijken (nog) geen alomvattend wondermiddel. Het advies is om auditcommissies in het verslag van de raad van commissarissen melding te laten maken van de mate van gebruik van AQI’s. Door deze informatie met alle belanghebbenden te delen wordt de kennis en waarde van AQI’s breder bekend en gedeeld. De conclusies op basis van de AQI’s kunnen samen met de andere elementen een rol spelen bij het evalueren van het functioneren van de accountant en het sturen op de controlekwaliteit. Ten slotte is duidelijk dat (nog) niet voor iedere rol/taak van de auditcommissie geschikte AQI’s beschikbaar zijn.


2021 ◽  
Vol 3 (2) ◽  
pp. 120-128
Author(s):  
Sofie Sergeant ◽  
Hanna Peels ◽  
Esther Joosa ◽  
Roy Brown ◽  
Geert Van Hove ◽  
...  

In these research notes, we present the results of a roundtable and a subsequent process of reflection on the challenges facing researchers in disability studies using creative methods. The roundtable took place at a conference on disability, “Diversity & Belonging: Celebrating Difference” in Athens in 2018. The aim of the roundtable was to explore with other researchers in disability studies the challenges and joys of academic research using creative research methods. Even though the commitment to inclusive research is common in disability studies, the use of creative research methods still feels like pioneering and unconventional. The purpose of the roundtable was to discuss how we can extend the use of creative research methods so that more people can join in research work.  In these research notes, we discuss some reflections on the material that came out of our roundtable and from the reflective session we held after the roundtable. From studying these conversations, we identified four insights on the use of creative methods in disability studies: embodiment, discomfort, connection and plurality of voices.   Samenvatting In deze research notes presenteren we de resultaten van een roundtable en het daaropvolgend proces van reflectie over de uitdagingen van het toepassen van creatieve onderzoeksmethoden in disability studies. De roundtable vond plaats op het disability-gerelateerd congres “Diversity & Belonging: Celebrating Difference” in Athene, 2018. Het doel van de roundtable was om samen met andere onderzoekers in disability studies de obstakels en kansen van creatieve onderzoeksmethoden in academisch onderzoek te verkennen. Hoewel onderzoek steeds meer inclusief vormgegeven wordt voelt het gebruik van creatieve methodes nog steeds aan als pionieren, baanbrekend en onconventioneel.  Het doel van de roundtable was om met andere onderzoekers samen te exploreren hoe we het gebruik van creatieve onderzoeksmethoden kunnen uitbreiden zodat meer mensen kunnen meedoen in onderzoek. In het artikel gaan we in op de resultaten van de roundtable en ons reflectieproces daarna. Door deze gesprekken te bestuderen, identificeerden we vier inzichten over het gebruik van creatieve methoden in disability studies onderzoek: rond embodiment, ongemak, verbinding en meervoudigheid van stemmen.    


2020 ◽  
Vol 76 (20) ◽  
Author(s):  
BA Aman ◽  
EI Levy ◽  
Y Vandenplas

Protonpompremmers (PPI’s) worden wereldwijd steeds vaker voorgeschreven. Dat is niet anders in België. De richtlijnen voor de diagnose en de behandeling van gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) bij zuigelingen zijn niet veranderd en toch stellen artsen steeds vaker de diagnose van GORZ. Hierdoor ontstond er een overmatig gebruik van PPI’s, die men vaak voorschrijft aan baby’s die veel huilen. Al na één week PPI-gebruik ziet men een dysbiose van het darmmicrobioom, met een bacteriële overgroei in de dunne darm tot gevolg. Door deze dysbiose ontwikkelen of behouden zuigelingen die PPI’s toegediend krijgen vaak dezelfde klachten als degene waarvoor de ouders in de eerste plaats naar de raadpleging kwamen. Ook de overige gevolgen van PPI’s zijn echter niet te minimaliseren: infectieuze gastro-enteritis, associatie met een Clostridium difficile-infectie, een bacteriële pneumonie, astma, een hoger risico op fracturen en obesitas. Het is nog onduidelijk of probiotica het onevenwicht van het intestinale microbioom kunnen voorkomen of herstellen.


2019 ◽  
Vol 48 (1) ◽  
pp. 53-68
Author(s):  
Marc Hanson
Keyword(s):  

Rafaël de Mercatel(lis) was achtereenvolgens abt van de Sint-Pietersabdij in Oudenburg (1463-1478) en van de veel rijkere Sint-Baafsabdij te Gent (1478-1507). In beide functies verbleef hij vaak in de internationale handelsmetropool Brugge. Als gepassioneerde bibliofiel legde hij zich daar vooral toe op het bijeenbrengen van een kostbare verzameling handschriften. Vooral door deze collectie is zijn naam bij kunstkenners tot op vandaag bekend gebleven. Waarom trok de Zwinstad hem zo aan? Waarom verbleef hij vaak en graag in Brugge? Het levensverhaal van deze voor Gent belangrijke figuur, dat zich deels ook in Brugge heeft afgespeeld, geeft ons een idee van het humanistische milieu en de sfeer van luxe waarmee de prelaat zich wist te omringen.


2018 ◽  
Vol 34 (4) ◽  
Author(s):  
Wendy Smits ◽  
Anet Weterings
Keyword(s):  
De Vries ◽  

De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd. Steeds meer werknemers hebben een flexibele arbeidsrelatie, het aantal zzp'ers stijgt nog altijd en tegelijkertijd voert de overheid allerlei wijzigingen door om de negatieve gevolgen van flexibilisering en vergrijzing te beperken. Door deze ontwikkelingen verlopen loopbanen op de arbeidsmarkt steeds turbulenter: het aantal transities tussen werk en geen werk neemt bijvoorbeeld toe en de jongere generaties blijven minder lang bij dezelfde werkgever dan de oudere generaties (Smits & De Vries, 2013).


2017 ◽  
Vol 86 (1) ◽  
pp. 47-55
Author(s):  
J. Rijckaert ◽  
L. Lefère ◽  
G. Van Loon
Keyword(s):  

Een grondig neurologisch onderzoek is aangewezen wanneer een paard tekenen vertoont van zenuwstoornissen maar ook in gevallen waarbij het belangrijk is te bevestigen dat een paard neurologisch normaal is. Het voornaamste doel van het neurologisch onderzoek is uitmaken of er neurologische afwijkingen zijn en in tweede instantie wordt getracht de primaire oorzaak en lokalisatie hiervan te achterhalen. Een gestandaardiseerde van-kop-tot-staartbenadering vermijdt dat er afwijkingen over het hoofd gezien worden. Daarom start het onderzoek steeds met het afnemen van een goede anamnese, observatie van het paard met aandacht voor het bewustzijn, gedrag, houding en stand en met een klinisch onderzoek. Vervolgens worden de kopzenuwen getest door middel van onder andere dreig-, pupil- en ooglidreflex. De hals, romp, ledematen en staart worden onderzocht om asymmetrieën of toegenomen of verminderde sensatie aan het licht te brengen. Daarna wordt het paard in beweging bekeken waarbij vooral de overgangen en het stappen in kleine cirkels en zigzaglijnen, gebreken in de coördinatie kunnen aantonen. Het onderscheid met orthopedische problemen is echter niet altijd eenvoudig te maken. Vooral paarden in laterale decubitus vormen een extra uitdaging voor de onderzoeker aangezien het neerliggen op zich reeds een afwijking in responsen kan veroorzaken. Bijkomend onderzoek is daarom vaak gewenst om een neurologisch probleem te bevestigen of om een letsel in beeld te brengen. Bloedonderzoek (algemeen, serologie, virusisolatie), lever- of spierbiopten, onderzoek van cerebrospinaal vocht en radiografieën kunnen in de praktijk uitgevoerd worden. In gespecialiseerde centra zijn elektrodiagnostische testen beschikbaar en uitgebreide beeldvormingsmogelijkheden (CT, MRI, scintigrafie). Door deze technieken te combineren met het klinisch neurologisch onderzoek kan een (differentiaal)diagnose (op)gesteld worden.


2015 ◽  
Vol 31 (4) ◽  
Author(s):  
Tanja van der Lippe ◽  
Patricia van Echtelt

In het overheidsbeleid van de afgelopen jaren zijn de 'eigen verantwoordelijkheid' van burgers en 'de participatiemaatschappij' steeds terugkerende thema's. Van mensen wordt verwacht dat ze op zowel het terrein van arbeid als van zorg meer doen. De overheid streeft naar het verhogen van de arbeidsdeelname en arbeidsduur (met name van vrouwen), en wil tegelijkertijd dat mensen de zorg voor naasten vaker zelf op zich nemen zodat zij hiervoor minder vaak hoeven aan te kloppen bij de overheid. Hoewel de combinatie van arbeid en zorg door de stijgende arbeidsdeelname van vrouwen al langer veel belangstelling heeft in beleid en onderzoek, lijkt de combinatiedruk door deze verschuivingen van 'verzorgingsstaat' naar 'eigen verantwoordelijkheid' weer extra aandacht te vragen.Het combineren van arbeid en zorg is voor veel burgers in het huidige tijdsgewricht een complexe opdracht geworden en de verwachting is dat dit alleen nog maar verder toe zal nemen. Het gaat niet langer alleen over de noodzaak van betaalde arbeid en het verzorgen van kinderen, maar ook over levenslang leren, over het leveren van mantelzorg aan hulpbehoevenden in onze naaste omgeving en over vrijwilligerswerk in verenigingsverband. Natuurlijk is het over de verschillende fasen van het leven anders verdeeld welke activiteit de meeste tijd vraagt, maar wel wordt zo langzamerhand duidelijk dat het spitsuur niet slechts meer is voorbehouden aan jonge werkende ouders met kleine kinderen. Ook mensen van middelbare leeftijd kunnen het met het combineren van werk en mantelzorg nog druk gaan krijgen. Het gaat over meervoudige verantwoordelijkheden die in de toekomst meer en meer op de loer liggen.Het is dan ook niet voor niets dat minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Sociaal Economische Raad in het voorjaar van 2015 heeft gevraagd om een visie op de toekomst van werken en leven (Asscher, 2015). De overheid erkent namelijk dat een groter beroep op de burger mogelijk ook negatieve gevolgen zal hebben in de vorm van tijdsdruk, combinatiedruk of een minder goede (ervaren) gezondheid. Verschillende regelingen zoals verlofregelingen, flexibele arbeid en kinderopvang zouden hieraan het hoofd kunnen bieden, en volgens het kabinet wordt het belangrijker dat mensen in staat zijn om werk- en zorgtaken op een goede en gezonde manier met elkaar te combineren. Dat is echter niet zomaar gezegd en gedaan. Uit de literatuur is namelijk bekend dat het in de lucht houden van alle ballen tot meer vreugde kan leiden maar ook tijdsdruk kan opleveren en ten koste kan gaan van de gezondheid. Het combineren van sommige bezigheden kan verrijkend werken (Greenhaus & Powell, 2006): wanneer iemand een interessante baan heeft, is hij of zij thuis ook een betere ouder, ook al kosten beide bezigheden tijd. Voor betaalde arbeid en kinderverzorging blijkt deze positieve relatie te bestaan, voor betaalde arbeid en vrijwilligerswerk ook, maar voor betaalde arbeid en mantelzorg lijkt het omgekeerde het geval, hier is sprake van een conflictsituatie waarbij betrokkenheid bij de ene rol ten koste gaat van de andere rol (Bianchi & Milkie, 2010) en meer en langer ziekteverzuim is soms het gevolg.In een tijd van technologische ontwikkeling, verdere globalisering en vergrijzing is het spannend wat deze meervoudige verantwoordelijkheden gaan betekenen: wie hiervan in de toekomst profiteert, maar ook bij wie de verantwoordelijkheden hiervoor liggen. Duidelijk is evenwel dat werknemers, werkgevers en de overheid allen gebaat zijn bij een zo gezond mogelijk bestaan van werkenden.Hoogste tijd voor het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken om een themanummer te wijden aan dit belangrijke thema. Wat combineren mensen op dit moment in arbeid en zorg in de breedste zin van het woord, en vooral ook waarom doen zij dat zo, en wat zijn de gevolgen in termen van tijdsdruk en gezondheid? Hoe is te verklaren wat organisaties op dit terrein doen, en wat is anno 2015 nog de rol van de overheid hierbij? Welke strategieën en regelingen het meest doeltreffend zijn bij het faciliteren van burgers komt in dit themanummer voor zover mogelijk aan de orde. Dit om een geïnformeerde overweging te kunnen maken hoe leven en werken in de toekomst er mogelijk uit zal zien.Het Sociaal en Cultureel Planbureau en het strategische thema Instituties voor Open Samenlevingen van de Universiteit Utrecht hebben met het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken de handen ineen geslagen om samen dit themanummer voor u te verzorgen. Zij hebben de onderzoekers uitgenodigd die expert zijn op het terrein van arbeid en zorg, en die zonder uitzondering van harte hun bijdrage hebben geleverd. Het resultaat is daarmee een dik themanummer, in de wereld van de glossy tijdschriften zou het een dubbeldik winternummer kunnen heten.


KWALON ◽  
2015 ◽  
Vol 20 (2) ◽  
Keyword(s):  

Er ligt een schat aan interviewdata in bureaulades en op harddisks van onderzoekers en bij archieven en musea. Door deze te ontsluiten, wanneer er geen belemmeringen zijn, en aan elkaar te koppelen kunnen nieuwe vragen aan het materiaal worden gesteld. LISTEN is een initiatief voor een NWO-aanvraag van de UvA, DANS, KNAW-instituten, UU, UTwente en Erasmus Universiteit, die het mogelijk moet maken een infrastructuur te bouwen voor het archiveren, ontsluiten en hergebruiken van interviewdata. We hebben al heel veel collecties en materiaal uit de geesteswetenschappen, maar zijn nog op zoek naar materiaal uit de sociale wetenschappen. Wie kent data die een rijk tweede leven zouden kunnen krijgen in LISTEN? U kunt mailen naar de coördinator van het projectvoorstel: [email protected] of ons filmpje bekijken op: https://vimeo.com/10233907 of ons korte survey invullen: https://nl.surveymonkey.com/s/LISTENSURVEY.


2015 ◽  
Vol 49 (1) ◽  
Author(s):  
Abraham Van de Beek

Dit artikel richt zich op kritiek die geleverd is op het gedeelte over de dankbaarheid in de Heidelbergse Catechismus. Enerzijds is er kritiek dat de catechismus te negatief is over de vernieuwing van het leven van christenen. Anderzijds wordt gesteld dat de nadruk op dankbaarheid leidt tot een nieuwe vorm van knechtschap. Daartegenover wordt in dit artikel betoogd dat de negatieve benadering van de geboden in de catechismus haar wortels heeft in de decaloog en in de wijze waarop zowel het Oude als het Nieuwe Testament spreekt over het leven naar Gods wil. Het nieuwe leven is een vrije gave van God en daarom nooit een verplichting maar vrijheid. Deze wordt alleen bedreigd door de menselijke neiging om het eigen leven zeker te stellen. Door deze neiging wordt het vertrouwen in Gods gunst ontkend. Aangezien het Oude en het Nieuwe Testament beide deze menselijke neiging bestrijden is de paraenese dikwijls negatief geformuleerd en de Heidelbergse Catechismus volgt hen daarin.This article deals with critiques to the section on ‘Gratitude’ in the Heidelberg Catechism. On the one hand the catechism is said to be too negative about Christian renewal. On the other hand, its stress on gratitude appears to evoke a new servitude. In contrast to these criticisms, this article argues that the negative approach of the Catechism to the commandments has its roots in the Decalogue and in the calling to live according to God’s will as found in both the Old and the New Testament. The new life is God’s free gift and therefore never an obligation, but freedom, which is only endangered by the human inclination to secure life. By doing so, trust in God’s gift of freedom is negated. Since both the Old and the New Testament opposet his human inclination, the paraenesis is often formulated negatively and the Heidelberg Catechism follows this approach.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document