Spiegelingen in het unisono

Forum+ ◽  
2021 ◽  
Vol 28 (2) ◽  
pp. 42-49
Author(s):  
Tuur Marinus
Keyword(s):  

Abstract In dit artikel bespreekt Tuur Marinus de verschillende verschijningsvormen van het unisono in dans. Van affirmatief tot reflexief, van caleidoscopisch tot activistisch: het unisono blijkt vele gedaantes te kennen. De relatie tot machtsstructuren en choreografisch auteurschap staat daarbij centraal. Het gelijktijdig uitvoeren van dezelfde bewegingen wordt politiek wanneer het dominante opvattingen over dans en collectiviteit bevestigt dan wel ondermijnt. Tegen deze achtergrond bespreekt Tuur Marinus zijn choreografisch onderzoek naar de politieke slagkracht van het unisono als assemblage en oxymoron.

KWALON ◽  
2021 ◽  
Vol 26 (1) ◽  
pp. 53-63
Author(s):  
Lise Switsers ◽  
Hannelore Stegen ◽  
Sofie Van Regenmortel ◽  
Liesbeth De Donder

Abstract Studying the life courses of older people: The McAdams life-story interview Research among older people often focuses on the present. Nevertheless, life course research can help to understand how certain behavior and feelings take shape and evolve throughout the course of life, and how life events at a younger age can influence conditions, behaviors and feelings in later life. In this article, we focus on the McAdams life story interview method, which we applied in three different studies. We describe the different steps, reflect on the main pitfalls in the implementation of this approach and explain how we attempted to avoid them. The experiences and reflections of both the participants and the researchers are discussed.


2021 ◽  
Vol 37 (4) ◽  
Author(s):  
Marian Thunnissen
Keyword(s):  

Samenvatting Een Leven Lang Ontwikkelen (LLO) staat al verschillende decennia op de beleidsagenda, maar de daadwerkelijke implementatie van een LLO-beleid is onvoldoende succesvol. In diverse publicaties wordt gepleit voor een regionale aanpak, in wat de ILO een ‘regionaal LLO-ecosysteem’ noemt. In dit verkennende onderzoek is op basis van gesprekken met actoren in de Noord-Brabantse arbeidsmarktregio’s verkend welke actoren betrokken zijn bij het faciliteren van LLO in de regio en hoe de samenwerking verloopt. Het onderzoek wijst op de complexiteit van het LLO-thema op zowel nationaal als regionaal niveau, en de moeite die de actoren in de onderzochte arbeidsmarktregio’s hebben om in de samenwerking om te gaan met de complexiteit en dynamiek. Een veelheid van actoren speelt een rol, maar drie van de vier belangrijkste actoren – werkgevers, werknemers en onderwijs – zijn onvoldoende betrokken bij de besluitvorming over en realisatie van LLO in de regio, waardoor het oplossen van de knelpunten bij deze drie actoren wordt belemmerd.


2021 ◽  
Vol 34 (2) ◽  
pp. 222-245
Author(s):  
Madelon C. B. Otto ◽  
Joris Van Ruysseveldt ◽  
Nicole Hoefsmit ◽  
Karen van Dam
Keyword(s):  

Samenvatting Burn-out heeft nadelige gevolgen voor zowel werknemers als werkgevers. Preventie van burn-out is dan ook van groot belang. Onderzoek naar burn-outpreventie programma’s heeft zich voornamelijk gericht op interventies geïnitieerd door werkgevers; minder bekend is welke acties werknemers zelf ondernemen om een burn-out te voorkomen. De bevindingen uit een eerdere exploratieve interviewstudie lieten zien dat werknemers proactief gedrag kunnen vertonen om burn-out te voorkomen. Dit gedrag is niet alleen gericht op het werk, maar ook op factoren in het thuis- en persoonlijke domein. Dit artikel beschrijft de kruisvalidatie van een recent ontwikkeld instrument dat meet in welke mate werknemers zelf actie ondernemen om burn-out te voorkomen: de Vragenlijst Proactieve Burn-outpreventiegedrag (VPB). Op basis van gegevens van twee cross-sectionele steekproeven (N1 = 236, N2 = 235) werden exploratieve en confirmatieve factoranalyses uitgevoerd die de factorvaliditeit van het instrument bevestigden. Aanvullende correlatieanalyses lieten zien dat het concept zoals verwacht een positieve samenhang vertoonde met zelfeffectiviteit en een negatieve samenhang met burn-out. De bevindingen suggereren dat proactief burn-outpreventiegedrag op een betrouwbare en valide wijze kan worden gemeten. Indien dit gedrag in vervolgonderzoek effectief blijkt te zijn, is het ontwikkelen en implementeren van een interventie om dit zelf-geïnitieerde gedrag te stimuleren een logische vervolgstap.


Pedagogiek ◽  
2021 ◽  
Vol 41 (3) ◽  
Author(s):  
Johannes Drerup

Samenvatting Dit artikel bespreekt enkele centrale problemen van een politiek en educatief gezonde manier om met verschillende vormen van extremisme in de context van discussies in het klaslokaal om te gaan. Het artikel geeft een overzicht van de doelen van een (dialogische) conceptie van democratische opvoeding en bespreekt de notie van extremisme zoals die in onderzoek naar extremisme wordt bediscussieerd. Gebaseerd op dit theoretische en normatieve raamwerk wordt de meer praktische vraag geanalyseerd hoe leraren moeten reageren op extremisme in de klas en er worden algemene richtlijnen en strategieën voorgesteld die richtinggevend kunnen zijn. Tenslotte wordt een bezwaar besproken dat veelvuldig naar voren wordt gebracht in het debat over extremisme en de preventie ervan in educatieve contexten. Volgens dit bewaar zijn leraren geneigd een type tweede-orde intolerantie te reproduceren in de vorm van problematische discursieve constructies die zijn gebaseerd op stereotypen en gevestigde socio-politieke hierarchieën als reactie op wat zij waarnemen als extremisme in de klas.


2021 ◽  
Vol 37 (3) ◽  
Author(s):  
Melissa Sebrechts ◽  
Thomas Kampen ◽  
Trudie Knijn ◽  
Evelien Tonkens

Samenvatting Dit essay richt zich op de vraag hoe de bijstand rechtvaardiger kan: hoe kunnen baankansen voor bijstandsgerechtigden vergroot worden en hoe kan het bestaan in de bijstand rechtvaardiger? Onder rechtvaardigheid verstaan we, in navolging van politiek filosofe Nancy Fraser: herverdeling, erkenning en vertegenwoordiging. Op basis van recent onderzoek naar de bijstand, gebundeld in het boek Streng maar onrechtvaardig (), laten we zien hoe de bijstand op al deze drie aspecten van rechtvaardigheid tekortschiet. Vervolgens bespreken we verschillende opties voor een rechtvaardiger bestaan in en uit de bijstand die elkaar wederzijds aanvullen: basisinkomen, verhogen van de bijstandsuitkering, individualisering van het recht op bijstand, opleidingskansen, meer zekerheid op de arbeidsmarkt, arbeidspools en basisbanen. Trefwoorden: bijstand, rechtvaardigheid, arbeidsmarkt


2021 ◽  
Vol 34 (2) ◽  
pp. 270-296
Author(s):  
Lonneke A. L. de Meijer ◽  
Marise Ph. Born ◽  
Joran J. Jongerling ◽  
Henk T. van der Molen

Samenvatting en Sacco et al. (2003) vonden geen effect van demografische gelijkenis tussen beoordelaar en kandidaat op beoordelingen van het selectie-interview. Beide studies onderzochten hiërarchisch lineaire modellen (HLM). Gebruikmakend van eenzelfde HLM-procedure is binnen het huidige onderzoek nagegaan wat het effect is van gelijkenis op scores die gegeven zijn aan cultureel diverse kandidaten tijdens de selectie van politieagenten op een ander veelgebruikt instrument, namelijk het assessment center (AC). Meer specifiek onderzochten we het similar-to-me-effect van demografische gelijkenis (d.w.z. culturele gelijkenis van de beoordelaar ten aanzien van de kandidaat) en van waargenomen gelijkenis (d.w.z. gelijkenis ten aanzien van specifieke culturele groepen, zoals waargenomen door individuele beoordelaars) op scores op het AC. Demografisch similar-to-me bleek gerelateerd te zijn aan Agency-scores van autochtoon Nederlandse kandidaten en kandidaten met een migratieachtergrond, maar niet aan Communion-scores. Waargenomen similar-to-me had geen effect op de beoordelingen van het AC (d.w.z. Agency en Communion). In zijn algemeenheid bleken de effectgrootten erg klein (R2 < .015). Derhalve kan worden geconcludeerd dat we geen bewijs vonden voor een differentieel effect van gelijkenis op de beoordeling van het AC van cultureel diverse kandidaten, wat bevindingen van McCarthy et al. en Sacco et al. repliceert en uitbreidt.


Author(s):  
Jeeyun Oh ◽  
Mun-Young Chung ◽  
Sangyong Han

Despite of the popularity of interactive movie trailers, rigorous research on one of the most apparent features of these interfaces – the level of user control – has been scarce. This study explored the effects of user control on users’ immersion and enjoyment of the movie trailers, moderated by the content type. We conducted a 2 (high user control versus low user control) × 2 (drama film trailer versus documentary film trailer) mixed-design factorial experiment. The results showed that the level of user control over movie trailer interfaces decreased users’ immersion when the trailer had an element of traditional story structure, such as a drama film trailer. Participants in the high user control condition answered that they were less fascinated with, absorbed in, focused on, mentally involved with, and emotionally affected by the movie trailer than participants in the low user control condition only with the drama movie trailer. The negative effects of user control on the level of immersion for the drama trailer translated into users’ enjoyment. The impact of user control over interfaces on immersion and enjoyment varies depending on the nature of the media content, which suggests a possible trade-off between the level of user control and entertainment outcomes.


De Psychiater ◽  
2020 ◽  
Vol 27 (8) ◽  
pp. 1-3
Author(s):  
Elke van Riel
Keyword(s):  

Mousaion ◽  
2016 ◽  
Vol 33 (3) ◽  
pp. 25-54
Author(s):  
Wanyenda Leonard Chilimo

 There is scant research-based evidence on the development and adoption of open access (OA) and institutional repositories (IRs) in Africa, and in Kenya in particular. This article reports on a study that attempted to fill that gap and provide feedback on the various OA projects and advocacy work currently underway in universities and research institutions in Kenya and in other developing countries. The article presents the findings of a descriptive study that set out to evaluate the current state of IRs in Kenya. Webometric approaches and interviews with IR managers were used to collect the data for the study. The findings showed that Kenya has made some progress in adopting OA with a total of 12 IRs currently listed in the Directory of Open Access Repositories (OpenDOAR) and five mandatory self-archiving policies listed in the Registry of Open Access Repositories Mandatory Archiving Policies (ROARMAP). Most of the IRs are owned by universities where theses and dissertations constitute the majority of the content type followed by journal articles. The results on the usage and impact of materials deposited in Kenyan IRs indicated that the most viewed publications in the repositories also received citations in Google Scholar, thereby signifying their impact and importance. The results also showed that there was a considerable interest in Swahili language publications among users of the repositories in Kenya.


2018 ◽  
Author(s):  
Caitlyn Johnston ◽  
William E. Davis

In the present study, we examined how the influence of exercise-related social media content on exercise motivation might differ across content type (with images vs. without images) and account type (individual vs. corporate). Using a 2 × 2 within-subjects experimental design, 229 participants viewed a series of 40 actual social media posts across the four conditions (individual posts with images, corporate posts with images, individual posts without images, and corporate posts without images) in a randomized order. Participants rated the extent to which they felt each social media post motivated them to exercise, would motivate others to exercise, and was posted for extrinsic reasons. Participants also completed other measures of individual differences including their own exercise motivation. Posts with images from individuals were more motivating than posts with images from corporations; however, corporate posts without images were more motivating than posts without images from individuals. Participants expected others to be similarly motivated by the stimuli, and perceived corporate posts as having been posted for more extrinsic reasons than individuals’ posts. These findings enhance our understanding of how social media may be used to promote positive health behaviors.


Sign in / Sign up

Export Citation Format

Share Document